Menu Sluiten

Franse Revolutie

[vc_row][vc_column][vc_column_text]

De geschiedenis v.d. Sint-Pietersparochie van Rosmeer

Vanaf de 12° eeuw | De Franse Revolutie

De Sint-Pieterskerk van Rosmeer wordt een hulpkerk van Vlijtingen. De Franse Revolutie (1789) liet haar invloed in de parochie pas enkele jaren later voelen. Vanaf 1793 houdt de geregelde dienst van de kerkfabriek, de armentafel en van de pastoors op. Pastoor A. Kerkhofs noteert in zijn parochieregister achteraf voor het jaar 1795 ‘vacat matrimoniis’
(er worden geen huwelijken meer ingezegend) en voor 1796 ‘flagrat adhuc Belli flamma’ (het vuur van de oorlog blijft nog branden).
Pastoor A. Reijners leeft ondergedoken bij de familie Willems-Leclerc (bij Helkes) in Rosmeer, omdat hij de eed van trouw aan de Franse Revolutie niet wilde afleggen. In 1801 kon hij het niet meer uithouden en gaf zijn ontslag zogezegd om gezondheidsredenen: omdat hij 66 jaar oud was en gans versleten.
Het Concordaat van Napoleon op 15 juli 1801 gaf hem weer wat hoop, want in 1803 bekleedt hij de functie van pastoor in Vlijtingen.
Intussen was de situatie voor de parochie Rosmeer helemaal veranderd. Door het Concordaat van Napoleon was er maar één hoofdkerk meer per kanton met een ‘curé primaire’ en daarnaast waren er succursale kerken (onafhankelijke kerken die in verband stonden met een hoofdkerk) die bediend werden door een bedienaar (desservant). Maar ook deze laatste rang was Rosmeer niet gegund. Rosmeer werd een hulpkerk (ecclesia auxiliaris, kapel) van Vlijtingen en werd voortaan bediend door een ‘rector’ (capellanus, kapelaan) van Vlijtingen te Rosmeer.
Voor het geestelijke was er praktisch geen verschil met vroeger, maar voor het tijdelijke hing de kerk van Rosmeer af van de kerkfabriek van Vlijtingen.

Rosmeer wordt van nu af achtereenvolgens bediend door 4 kapelaans:

– Mathias Lenaers (27.09.1803 – 03.11.1812)
– Renerus Paquay (05.11.1812 – 17.07.1816)
– Johannes Michaël Hechtermans (1816 – mei 1829)
– Johannes Ludovicus Voué (20 mei 1829 – …)

Er was zelfs geen bisschop meer in Luik.
Napoleon Bonaparte had zich tot keizer van de Fransen uitgeroepen en was in conflict gekomen met paus Pius VII naar aanleiding van zijn echtscheiding en zijn nieuw huwelijk met Marie-Louise en ook omwille van de annexatie van de pauselijke staat. De paus sloeg hem in 1809 in de kerkban. Toen bisschop Zaepfel van Luik stierf, wilde de paus de door Napoleon voorgedragen kandidaat Lejeas niet aanvaarden als bisschop van Luik. Dat bracht mee dat de bisschopszetel te Luik lange tijd vacant bleef en dat pastoor Voué niet door de bisschop benoemd werd in Rosmeer maar wel door groot-vicaris Barrett, die toen de lopende zaken regelde.
Het was toen echt een turbulente tijd voor de kerk.

De kerk van Rosmeer wordt weer een onafhankelijke kerk.

E.H. Voué was een noeste werker en een vlijtige bestuurder. Hij zorgde ervoor dat de parochie Rosmeer weer een onafhankelijke parochie werd.

Dit ging echter in verschillende stappen:

  • 1829: geestelijke onafhankelijkheid van de parochie Sint-Pieter in Rosmeer
  • 23 november 1833: brief van de administrateur van Vlijtingen aan de koning met verzoek van de scheiding van het tijdelijke en benoeming van de leden van de kerkfabriek van Rosmeer.
  • 5 december 1833: brief van de gemeentelijke overheid van Rosmeer aan de koning om hem te melden dat de parochie Rosmeer al voor het geestelijke onafhankelijk was van Vlijtingen en dat er tussen de 460 inwoners van Rosmeer voldoende bekwame mensen waren voor een kerkfabriek.
  • 12 april 1834: de commissaris van Maastricht laat aan de burgers van Rosmeer weten dat hij de scheiding genegen is en vraagt een lijst van 10 kandidaten voor de benoeming van 5 leden van de kerkfabriek (2 aangesteld door de gouverneur en 3 door de bisschop).
  • 12 januari 1835: de nieuwe raad wordt geïnstalleerd.
  • 17 juli 1838: een schrijven van de kerkfabriek en de gemeenteraad van Rosmeer naar de koning om de oprichting van de kerk van Rosmeer tot succursale kerk te vragen.
  • 29 maart 1839: een datum om niet te vergeten!
    De kerk van Rosmeer krijgt de rang van succursale kerk. Zij is dus weer onafhankelijk.
    Aan die toestand is niets veranderd tot op heden, tenzij voor het geestelijk beleid.

De tijd van de federaties.

Door het priestertekort komt er een herschikking voor de bediening van de parochies.
Op 1 december 1991 wordt E.H. Piet Diels tot pastoor benoemd voor Mopertingen en Rosmeer met woonst in Mopertingen. E.H. Raymond Vanlessen wordt medewerkend priester voor deze 2 parochies met woonst in Rosmeer.

Op 1 september 1993 wordt de federatie Mopertingen-Rosmeer-Hees opgericht en wordt pastoor Piet Diels pastoor-moderator en pastoor Raymond Vanlessen pastoor in solidum voor deze federatie. Ze blijven wonen in Mopertingen en Rosmeer

Op 24 september 2001 wordt de federatie Bilzen-Oost opgericht voor de parochies Eigenbilzen, Hoelbeek, Waltwilder, Mopertingen, Rosmeer, Hees, Martenslinde, Grote-Spouwen en Kleine-Spouwen. Pastoor Staf Schreurs is pastoor-moderator voor deze federatie met woonst te Eigenbilzen. Deze federatie is nog volop in opbouw. Praktisch verandert er voorlopig niets voor Rosmeer.

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]